woensdag 9 april 2014

Kijkwijzer (document leerkracht)



KIJKWIJZER BIJ MONSTERS UNIVERSITY

(bestemd voor de leerkracht)



Inleiding

Deze kijkwijzer is gemaakt voor groep 6. Bij het maken van de vragen hebben wij gekeken

naar de theorie van Michael Parsons over de fasen van ontwikkeling bij beeldbeschouwing (Schasfoort, 2012).

De kinderen bevinden zich in fase 2 (voorstelling) en 3 (expressie). Fase 2 kenmerkt zich door een concrete voorstelling bij een beeld. Kinderen willen bij een beeld een directe herkenning hebben. Gevoelens die in een beeld tot uiting worden gebracht moeten gevoelens zijn die direct uit het realisme zijn af te lezen. In fase 3 wordt het beeld vooral beschouwd als iets wat emoties op kan wekken. De kinderen beginnen nu te bevatten dat de maker een betekenis in het beeld heeft gelegd, die de beschouwer kan begrijpen. Ze leren dat meningen over een beeld kunnen verschillen en ze leren dat te accepteren. Nu de kinderen de overgang maken naar fase 3 blijven zij beelden ook beschouwen door de bril van fase 1 en 2. Die brillen zetten zij nooit geheel af.



Nadat we de fase waarin de kinderen zich bevinden hadden vastgesteld, hebben wij onze vragen daarop aan laten sluiten.

Sommige kinderen uit de groep bevinden zich nog volledig in fase 2, andere maken al de overgang naar fase 3. Daarom hebben wij getracht voldoende variatie aan te brengen in de moeilijkheidsgraad van de vragen. Op deze manier kan ieder kind succes beleven.



De kijkwijzer kan gebruikt worden na de theorieles en nadat de kinderen de hele film hebben gezien. Hij is zowel klassikaal als in groepjes inzetbaar. Het is aan de leerkracht om te beoordelen welke werkwijze het beste past bij zijn klas. De kijkwijzer kan digitaal gemaakt worden. In tegenstelling tot de filmstills die in deze kijkwijzer zijn opgenomen, kunnen de kinderen dan de daadwerkelijke scènes bekijken. Dit zal naar onze mening de betrokkenheid van de leerlingen vergroten. De geprinte versie bevat vanzelfsprekend alleen stills. Het werkblad bij de kijkwijzer is toegevoegd.



Vragen

Bij het opstellen van de vragen voor de kijkwijzer hebben wij gebruik gemaakt van de 5 typen vragen van beeldbeschouwing:

·         Startvragen:               1

·         Onderzoeksvragen:    4, 5, 6, 7, 12

·         Analysevragen:          2, 9, 10, 13, 15

·         Speculatieve vragen:             3, 8, 17

·         Oordeelvragen:          11, 14, 16, 18



Muziek



Scène: houseparty (ca. 52”)





1.      Wat voor soort muziek hoor je hier?

2.      Welk gevoel roept deze muziek bij je op?

3.      Denk je dat Mike zich anders voelt dan Sully bij het horen van deze muziek? Waar zie je dat aan?

4.      Hoe versterkt de muziek deze scène? (stel je voor dat er andere muziek had geklonken, had dat dan andere emoties opgeroepen?)



Vormgeving



Scène: Mike komt op de campus aan (ca. 20”)





5.   Er lopen op de campus veel verschillende monsters rond. Welke verschillen in vorm vallen je op?

6.   Welke vorm heeft Mike en welke vorm heeft Roar?

7.   Welke kleuren heeft Mike en welke kleuren heeft Roar?

8.   Hoe denk je dat Mike aanvoelt en hoe voelt Roar aan?

9.   Kun je het verschil in karakter tussen Mike en Roar afleiden uit de verschillen in vorm, kleur en hoe hun huid aanvoelt? Omschrijf op welke manier dat naar voren komt.



 Dramatiek



Scène: Dean Hardscrabble (13.30-15”)





10. Welk effect heeft de komst van Dean Hardscrabble op de monsters?

11. Wat maakt deze scène voor jou spannend?

12. Welke elementen heeft de maker gebruikt om de spanning op te voeren?

13. Welke eigenschappen  heeft Dean H. die haar karakter versterken?

14. Wat vind je van Dean H.?

Zou je haar graag als directrice willen hebben van je eigen school?



Montage



Scène: Mike en Sully bij de kinderen (ca. 86”)





15. Deze scène bestaat uit veel aan elkaar geplakte beelden.

Wat doet dit met de snelheid van het verhaal?

16. Welk gevoel roept het snel opvolgen van de beelden bij je op?

17. Met welk karakter in deze scène denk je dat jouw gevoel het meest overeen komt?

18. Vind je dat de makers van de film geslaagd zijn in de montage van deze scène?

Wat zou jij anders doen?





Antwoorden



1.      Housemuziek, harde muziek

2.      Vrije interpretatie

3.      Mike voelt zich veel ongemakkelijker dan Sully. Dat kun je zien aan zijn lichaamshouding en gezichtsuitdrukkingen.

4.      Het zorgt dat alles ook echt bij je binnenkomt, je wordt even goed wakker geschud.

5.      Rond, vierkant, langwerpig, klein, groot etc.

6.      Mike is klein en rond, en Roar is groot en heeft de vorm van een omgekeerde peer (zodat zijn brede schouders en stoere gestalte nog beter uitkomen)

7.      Mike is knalgroen en Roar is bruinig.

8.      Mike voelt zacht en glad, en Roar ruw.

9.      Mike heeft een prettig en zacht, vrolijk karakter, dat zie je terug in zijn vorm (klein, grappig) kleur (felgroen, vrolijk). Roar heeft een dominant, arrogant, stoer en onaangenaam karakter en dat zie je terug in zijn vorm (groot, imposant) en kleur (bruinig).

10.  Iedereen huivert, en is onaangenaam verrast door haar verschijning. Ze zijn allemaal (een beetje) bang.

11.  Vrije interpretatie

12.  Gebruik van spannende muziek, van donkere kleuren, van schaduw/licht effect.

13.  Zij heeft een griezelige vorm, ze lijkt op een groot viezig insect, ze heeft donkere kleuren en ze voelt hard en glad als je haar zou aanraken. Verder maakt ze ritselende enge geluiden als ze zich voortbeweegt.

14.  Vrije interpretatie

15.  Die wordt daardoor enorm versterkt.

16.  Spanning

17.  Vrije interpretatie

18.  Vrije interpretatie





Bron: Schasfoort, B. (2012). Beeldonderwijs en didactiek. Groningen-Houten: Noordhoff Uitgevers.

1 opmerking: